Beroep in beeld: slager Diederik Spaan

Beroep in beeld: slager Diederik Spaan

Elke week spreken we de beoefenaar van een ander beroep, met deze week Diederik Spaan, eigenaar van Kwaliteitsslagerij Ariesen. We vragen hem hoeveel kopjes koffie er op een dag doorheen gaan, wat er dagelijks in zijn broodtrommel zit en wat de ins en outs zijn van het werk. 

Hoe ziet jouw dag eruit?
Op maandag, dinsdag en donderdag gaat mijn wekker om 6 uur en op woensdag, vrijdag en zaterdag net een halfuurtje eerder. Dan zorg ik ervoor dat de winkel klaar is om open te gaan, dus ik haal de rokerij leeg en snij ik onder andere vlees voor de toonbank. Overdag ben ik druk met de bestellingen. Als een klant aan zijn/ haar partner vraagt een rollade te halen, wordt dat vaak gevolgd door: “De slager, die weet wel welke”. Met ruim 1200 klanten is dat een beste uitdaging. De een wil een rollade in een driekleuren stukje, een ander een eilandjesrollade, ander een magere. Dat is natuurlijk leuk, als een klant binnenloopt weet ik vaak al een beetje wat ik kan gaan pakken. Om zes uur eindigt de werkdag - officieel - weer. Dan is het nog even een kwestie van opruimen en de rookkast weer volhangen.’

Wanneer heb jij vrij?
‘Het avondeten thuis is echt even mijn rustmomentje. Verder natuurlijk de zondag en de winkel is ook op de woensdagmiddag dicht. Op de woensdag kom ik tijdens werktijd niet altijd toe aan de bestellingen, dus dat doe ik dan vaak ’s middags, of ik ga even langs de boerderij om te kijken hoe de koeien erbij lopen, of even langs de boekhouder.’

Hoeveel kopjes koffie gaan er gemiddeld op een dag doorheen?
‘Dat valt reuze mee, ongeveer 3.’

Op vaste pauzetijden?
‘Ik ga er nooit rustig voor zitten. Dat is niet helemaal goed, maar daar ben ik nog jong voor he’, geeft Diederik aan en hij vervolgt met een lach. ‘Zoals ik al zei: mijn avondeten, dat is mijn vaste pauze. Mijn vrouw Rilana kan gelukkig heel lekker koken en dat is echt een gezellig familiemomentje.’

En wanneer eet je dan overdag?
‘Net als de koffie ook even tussendoor. Even een hapje grilworst, of iets anders…’

Dan ben ik heel benieuwd hoe jouw broodtrommel eruitziet…
‘Die heb ik niet. Het is niet goed, dat weet ik, maar ik hou gewoon niet zo van boterhammen of een koude hap. Ik eet even snel een stukje worst, of een koekje bij de koffie. Misschien dat het verandert als ik later ouder en wijzer ben, maar voor nu zit dat er niet in.’

Wanneer dacht je, ja, ik word slager?
‘Nooit. Ik werkte vroeger in een supermarkt en ben daar op de slagerijafdeling terecht gekomen. Vervolgens ben ik bij een ambachtelijke slagerij werken, waar ik vlees van goede kwaliteit echt ging waarderen. En toen kwam dit op mijn pad.’

Hoe kijken vrienden/ bekenden naar jouw baan?
‘Ik denk niet dat ze willen ruilen. Met de kerstdrukte vonden ze me vooral heel zielig. Ikzelf niet hoor, maar zij zijn dan blij dat ze een vak geleerd hebben, haha. Ik heb voor de grap toen uitgerekend hoeveel uur ik die week heb gewerkt. Ik tel nooit mijn uren, maar met de kerst maakte ik even een uitzondering: 111 uren! Vrijdag stond ik kwart voor vijf op en zaterdagavond om 9 uur ging ik naar bed.’

Welke aspect van jouw werk heb je, voordat je eraan begon, onderschat?
‘Ik zou het niet weten. Ik wist wel waar ik aan begon. Niks, eigenlijk.’

En die lange werkdagen dan?
‘Dat vind ik heerlijk. Ik ben eigen baas dus ik kan helemaal zelf bepalen wat ik doe, het is niet dat ik aan een lopende band sta te werken of dat mij gezegd wordt wat ik moet doen. Natuurlijk zitten er wel veel vaste taken in mijn werk, maar daar krijg ik ook directe waardering van de klant voor terug. Voor Kerst was de drukte wel iets te veel van het goede, maar ja, daarna gaat het weer terug naar normaal.’

Wat doe je voor je ontspanning?
‘Ik ben organist in de Adventkerk, waar ik twee á drie keer in de maand speel. En verder ga ik er graag op uit met het gezin.’

Wat zijn kleine dingen binnen je werk waar je veel plezier uit haalt?
‘Als het koeienvlees weer superzacht is, als een klant zijn tevredenheid in de winkel uit, en als we op de zaterdag met zijn allen weer de grote schoonmaak doen.’

Wat is het nare klusje, dat nou eenmaal bij werk hoort, maar dat je liever niet zou doen?
‘Als ik iets moet kiezen, dan is het na een hele drukke dag ‘s avonds nog schoonmaken in de werkplaats.