1. Weet wat jouw BMR is!
Zoals je hier kunt lezen, is het nuttig om te weten wat jouw lichaam in rust verbrandt. Misschien kun je het op je sportschool laten meten, of ken je iemand die een (zeer) luxe weegschaal bezit. Zo niet kun je altijd een afspraak inplannen bij Joyce.
1. Hou bij wat je eet
Hou over minimaal een week bij wat je eet en drinkt. Dit is belangrijke informatie! Tel de calorieën, bijvoorbeeld via een app zoals MyFitnessPal, en kijk hoe je qua calorieën zit ten opzichte van je BMR. Ook handig: deze app vertelt het je ook als je te veel of te weinig van een bepaalde voedingsstof binnenkrijgt! Zit je chronisch onder je BMR? Je lichaam krijgt te weinig energie binnen om je lichaam goed te laten werken, zodat je op de lange termijn allerlei gezondheidsklachten kunt krijgen. De oplossing? Meer (gezonde) dingen eten.
Verder is het belangrijk om met je voeding niet boven je energieverbruik te zitten, want dan kom je aan. Als je boven je BMR met je voedselinname zit, hoeft dat niet per definitie erg te zijn, als je het maar verbrandt. Je komt aan als je boven je verbruik zit en dan is het raadzaam om dit wat omlaag te schroeven. Je kunt – door veel gezonde dingen te eten – voller zitten dan wanneer je een minder grote hoeveelheid ongezonde dingen eet. Analyseer voor jezelf waar het misgaat. Ben je elke avond aan het snaaien, en sla je ‘toevallig’ ook structureel je ontbijt over? Daar kan nog weleens een verband tussen zitten! Kijk waar het misgaat.
2. Begin geleidelijk aan
‘Voor 90% van de mensen werkt het het best om geleidelijk aan te veranderen. Niet radicaal alles in één keer, maar pak eerst je ontbijt aan, later je lunch, je tussendoortjes en het avondeten’, vertelt Joyce ons, en ze vervolgt: ‘Voor ons alle drie is iets anders goed. We hebben een andere levensstijl waarbij een andere voedingsbehoefte hoort. Je hebt allemaal een ander lichaam en de één heeft een actieve baan, en de ander zit de hele dag op kantoor. Daarnaast is het nog zo, dat je allemaal je eigen voorkeur hebt en dat je zeker niet dingen moet gaan eten die je niet lust. Als je een los gekookt eitje heerlijk vindt, zéker eten. Zo niet, zoek je een gezond, eiwitrijk alternatief.’
3. Belangrijk! Groenten & fruit + sluit geen voedingsgroep uit
Groenten en fruit zijn ontzettend belangrijk voor je. En sluit geen voedingsgroep uit. Koolhydraten zijn je voornaamste brandstof, eiwitten zijn de bouwstof van je weefsels en je hebt vetten nodig voor de aanmaak van onder andere je hormonen en cellen.
4. Alles wat je doet is vooruitgang!
‘Besef je dat niet alles in één keer perfect is, maar dat alles wat je doet, toch echt vooruitgang is. Met het aanwennen van een andere levensstijl, kick je niet alleen af van ongezond eten, maar vooral van je gewoontes. En dat is niet makkelijk. Goed eten moet je leren.’ Dus, het is niet gek de seconde dat Moniek haar hardlopen besloot op te pakken, en Janita de keuze maakte om weer naar de sportschool terugkeerde, dat het voedingspatroon niet á la minute veranderd was.
5. Dipjes horen erbij.
Janita’s valkuil is al gauw dat ze drie avonden achter elkaar snaait en vervolgens besluit dat daarom álles geen zin meer heeft. Als rasechte pessimist is ze ervan overtuigd dat al het sporten van de weken/ maanden ervoor ongedaan zijn gemaakt. Nee! Fouten zijn menselijk, terugvallen gebeuren. Erken ze, en pak het zo snel mogelijk weer op! Je voelde je energieker, niet? Dat wil je weer! Je begon nét iets te merken aan afvallen? Dát kun je zó weer voortzetten!
6. Stuur bij… Stuur bij… Stuur bij…
Het aanpassen van je leefstijl is niet in één dag, één week of één maand gedaan. Wat voor jou werkt is ontdekken, zoeken en uitproberen. Afwisseling is de sleutel om het vol te houden en het ook echt een levensstijl te kunnen noemen. Je BMR verandert aan de hand van je (spier)massa. Houd dit dan ook de volgende stappen in de gaten, als jouw gewicht en samenstelling verandert.
7. 5 jaar later!
Niet schrikken, ja, het staat er echt. ‘Na 5 jaar jezelf een gezond ritme te hebben aangewend, is de kans op terugvallen heel klein’, zegt Joyce. ‘Na één jaar zijn die al aanzienlijk afgenomen, maar echte gedragsveranderingen, die zijn er na 5 jaar. Natuurlijk kan er altijd iets heftigs gebeuren, waardoor je gedwongen bent tot een ander eetpatroon, maar na deze tijd zit er een echt drang in jezelf om je gezonde levensstijl weer op te WILLEN pakken, net als bij verslavingen, zoals het roken.’
